Misschien heb je de foto’s of werkjes wel eens gezien. Ieniemienie kleine bijenwasfiguurtjes gemaakt door vrijeschoolleerlingen. Bijenkneedwas is een fijn boetseermateriaal. In dit verhaal wil ik jullie meer vertellen over dit product en waarom wij dit graag gebruiken in de klas.
Het materiaal:
De kneedwas is gemaakt van 100% bijenwas. Bijenwas is een vettige substantie, die door sommige soorten bijen wordt geproduceerd. De bijen maken hiervan de wanden, van de cellen die zich in de raten bevinden. Het materiaal wordt zachter naarmate het warmer wordt gemaakt. Als je met bijenkneedwas werkt, krijg je geen vieze vingers. Je kunt er kleine figuren van maken of je versiert er kaarsen mee.
De leeftijd maakt hierbij niets uit: kinderen vanaf ongeveer 3 jaar kunnen al met bijenwas de mogelijkheden ontdekken, kinderen van 12 jaar kunnen vaak al heel gedetailleerde figuurtjes maken met bijenwas.
Goethe:
Stockmar bijenkneedwas is verkrijgbaar in 15 felle kleuren, die gebaseerd zijn op Goethe’s kleurenleer.
Goethe gaat uit van direct waarneembare verschijnselen. Hoewel de huidige wetenschap duisternis beschouwt als de afwezigheid van licht, ziet Goethe duisternis als een waarneembaar fenomeen, als de polaire tegenhanger van licht. Kleuren ontstaan volgens Goethe bij wisselwerking tussen licht en duisternis. Vanuit de polariteit van blauw en geel, welke dus ontstaan uit de eerste ontmoeting van het licht en de duisternis, verklaarde Goethe de andere kleuren. Dat gebeurt door intensivering (“Steigerung”) van de beide kleuren. Bij een intensivering van geel verschijnt eerst de kleur oranje en bij een grotere intensivering de kleur rood, zoals bij een ondergaande zon. Er is dan steeds meer interactie met de duisternis.
Bij intensivering van het cyaan (het blauw) ontstaat eerst indigo en bij een grotere intensivering violet. Groen wordt beschouwd als harmonisch en neutraal, warm noch koud, tussen blauw en geel in. Magenta ook, inliggend tussen de geïntensiveerde kleuren rood en violet.
Zintuigen:
Als je met bijenwas werkt, dan spreek je meerdere zintuigen aan.
Op vrijescholen gaan wij uit van 12 zintuigen. (meer hierover weten, klik hier)
A. Fysieke zintuigen (0-7 jaar): 1. Tast-zin 2. Leven-zin 3. Zelfbeweging-zin 4. Evenwicht-zin
B. Ziele zintuigen (7-14 jaar): 5. Reuk-zin 6. Smaak-zin 7. Kleuren-zin 8. Temperatuur-zin
C. Geestelijke of sociale zintuigen (14-21 jaar): 9. Toon-zin 10. Woord-zin 11. Gedachten-zin 12. Ik-zin
Bij het kneden ontwikkel je voornamelijk de tast-zin. Het boetseren en het aftasten van het materiaal zorgen voor een prikkeling van de tast-zin. Naast de tast-zin worden ook de reuk-zin en de kleuren-zin aangesproken, maar ook de temperatuur-zin. Warme handen zijn nodig om het werk vorm te geven.
Ook de zelfbeweging-zin wordt aangesproken. Je beweegt je ledematen en spierstelsel bewust en onbewust. Je neemt een doel waar en je richt je hierop. Bovendien stimuleert het werken met bijenkneedwas de ontwikkeling van de fijne motoriek.
Concentratie en creativiteit:
Als je bezig bent met bijenwas, dan werk je uitermate gefocust. De werkjes zijn klein van aard en vragen een langere spanningsboog. Dit kan ook wel eens zorgen voor frustratie. Kleine details maken is niet eenvoudig, dat vergt uithoudingsvermogen en creativiteit. Soms wil een werkje gewoonweg niet lukken. Kinderen moeten dan oplossingsgericht nadenken, wat ook weer creativiteit bevordert.
Samenvattend merk je al snel dat het werken met bijenwas veel meer is dan leuk boetseren.
Fijne motoriek, doorzettingsvermogen, de ontwikkeling van reuk, tast, warmte en beweging, concentratie en creativiteit ontwikkel je allemaal mee.
Bijenkneedwas is leuk om te geven of om te krijgen. Je kunt best lang doen met een doosje. Vooral als je weet waarom boetseren met bijenwas zo goed is voor kinderen. Indien je het cadeau doet en een ouder weet nog te weinig over bijenwas, dan is het handig om te vertellen dat je de bijenwas eerst moet verwarmen en dat je het kunt afknippen met een schaar .
Of je kunt dit artikel laten lezen ! 🙂