Vaak kijken mensen mij verbaasd aan als ik spreek over het vak euritmie. Dit is voor veel mensen onbekend terrein en zelfs voor ouders en leerkrachten op scholen vaak nog een groot vraagteken. Waar is euritmie voor? Wat is de leerlijn? Wat doen de kinderen tijdens de lessen. In dit verhaal wil ik jullie meenemen naar euritmie-land. Het land waar pianomuziek klinkt, waar kinderen in kringen bewegen, waar samenwerken en oriënteren in de ruimte belangrijk is. Ik beschrijf de leerlijn van klas 1,2 en 3.
In het vrijschoolonderwijs wordt het vak euritmie oorspronkelijk vanaf het kleuteronderwijs tot en met de twaalfde klas gegeven. Euritmie is een kunstvak naast andere kunstvakken zoals schilderen, boetseren, vormtekenen of muziek.
In het vrijeschoolonderwijs willen wij inspelen op zowel de lichamelijk als ook de ziele- en geestontwikkeling van het kind. Dat betekent dat de kunstvakken niet alleen als bijvakken worden beschouwd, maar dat ze het hele onderwijs doortrekken.
Sterker nog, het onderwijs wordt zelf een kunstzinnige activiteit. De inhoud van de euritmielessen in de school is afgestemd op de ontwikkelingsfasen van het kind en sluit aan bij de overige lesstof uit het leerplan.
Klas 1
Beelden
De eersteklasser kan met zijn ziel in de beeldentaal van een verhaal duiken en herkent, na een tijdje oefenen, aan de gebaren of muziek welk figuur uit het verhaal bedoeld wordt en kan deze uitvoeren. De muziek heeft hier een begeleidend karakter.
Ruimtelijke oriëntatie
De kinderen kunnen zien of een kring mooi rond is. Tijdens het lopen van een “slinger” of een spiraal kunnen zij hun plaats tussen de andere leerling houden. Na vrij bewegen vinden ze hun eigen plaats in de kring terug.
Verder besteden wij aandacht aan rechts/links, boven/onder of voor/achter aan onze eigen gestalte, als ook in de ruimte.
Behendigheid
De kinderen beheersen verschillende manieren van lopen en huppelen zoals snel-langzaam, klein-groot of voorzichtig-krachtig en kunnen op hakken of tenen lopen. Hij kan de vingers apart bewegen. De kinderen kunnen met aaneengesloten voeten staan en rechtop zitten zonder dat hij steun zoekt. Hij kan zijn gestalte strekken en in elkaar rollen, recht en scheef bewegen.
Tijdaspecten
De eersteklasser merkt wanneer gewerkt wordt en wanneer er rust is en kan dan een moment stil zijn. Dit alles wordt uitgevoerd in de geborgenheid van de kring en ademt nog helemaal de sprookjessfeer!
Klas 2
De vertelstof uit de tweede klas vormen in de euritmie-lessen de inhoud. De muziek is ondersteuning van de stemming van de tekst of de beweging van de verschillende figuren. De tweedeklasser is vertrouwd en heeft meer overzicht over het lesgebeuren. Alles wat in de eerste klas geoefend is wordt uiteraard verder geoefend en uitgebreid.
Beelden
De tweedeklasser kan gebaren uit taal of bewegingen van muziek met een kleine vorm verbinden. Hij herkent zonder dat de leerkracht het uitspreekt aan de manier van bewegen welk dier of karakter uit het verhaal bedoeld is. Hij weet welk dier een ronde of rechte vorm loopt en weet ook welk dier zijn tenen eerst neerzet en welk dier krachtig met de hakken op de grond komt.
Ruimtelijke oriëntatie
De klas kan nu in groepjes van twee ingedeeld worden en de leerling vindt op het goede moment zijn plaats terug. De leerlingen kunnen doelgericht lopen en kunnen ronde vormen om een vaste punt lopen. Groepsvormen met de hele klas in de ruimte kunnen naar een tijd zelfstandig uitgevoerd worden. Verder oefenen ze aan rechts-links, oriëntatie aan de gestalte of in de ruimte.
Behendigheid
Bewegingen die met de ene voet uitgevoerd worden kunnen gespiegeld worden. De tweedeklasser bootst alle bewegingen goed na en na een tijdje oefenen kan hij gebaren ook zelfstandig uitvoeren. Hij beheerst nu vele manieren van lopen en allerlei combinaties ervan.
Tijdaspecten
De tweedeklasser kent nu de gewoonten die horen bij het werken en de kleine pauzes ertussenin. Hij kan nu naar activiteiten van klasgenoten kijken en stapt in de beweging als hij aan de beurt is.
Dit alles wordt nog steeds uitgevoerd in de geborgenheid van de kring aan de hand van fabels, legenden en de natuurrijken.
Klas 3
De kinderen in de derde klas zijn nu echt aangekomen. Verhalen uit het oude testament, in bijzonder de verdrijving uit het paradijs en het aankomen op aarde, een beeld voor hetgeen wat het kind meemaakt. Zij maken kennis met een scheppingsverhaal en gedichten of versjes van de oude ambachten zoals zaaien, timmeren, plukken of naaien.
Beelden
De derdeklasser staat nu wakker in de les en kan wakker verschillende bewegingen van bijvoorbeeld de ambachtslieden uitvoeren. Hij toont meer zelfstandigheid in het uitvoeren van vormen en gebaren en kan al langere passages van een gedicht alleen uitvoeren.
Ruimtelijke oriëntatie
Nu zijn de kinderen helemaal zeker in de omgang met de verschillende ruimterichtingen. Ingedeeld in groepjes kunnen zij samen vormen lopen zodat bijvoorbeeld water “echt“ stroomt.
Behendigheid
Nu worden ook concentratieoefeningen of dansjes met muziek aangeboden die zij zelfstandig en correct kunnen uitvoeren kunnen. Vele variaties zijn mogelijk waarbij het gaat om het juiste moment in te stappen (wedstrijdkarakter).
Aan hand van een scheppingsverhaal maken zij kennis met de beginletter van hun eigen naam en kunnen deze uitbeelden.
Tijdaspecten
De gebaren worden nog allemaal nagebootst maar krijgen in de derde klas een meer ademend karakter. Ritmische oefeningen worden aangeboden. De kinderen kunnen nu goed naar hun klasgenoten kijken en vertellen wat er mooi aan de beweging is.
Wat in de tweede klas toch nog dromend werd meegedaan wordt nu in de derde klas wakker gedaan.
Dit alles wordt nog steeds in de geborgenheid van de kring uitgevoerd, maar kan afhankelijk van de stemming in de klas, aan het einde van het schooljaar veranderd worden naar een opstelling waar de kinderen dan tegenover de leerkracht komen te staan.
Nou, hier dus zo’n juf die er nog nooit van had gehoord… ik denk dat als ik een weekje op een vrije school zou meelopen dat ik met ogen zo groot als theeschoteltjes en mijn mond tot op de grond open thuis zou komen. Het gaat er zó anders aan toen dan in ‘regulier’ onderwijs, als je begrijpt wat ik bedoel!
Klopt! Ik raad een dagje/ weekje meelopen echt aan! Al is het gewoon voor de gein. Je gaat versteld staan!
Ga ook zelf euritmie doen en beleef wat het kan zijn!