Op de Vrije School krijgen leerlingen op het einde van het jaar een getuigschrift.
Toen de Vrije School in Stuttgart in september 1919 opgericht was, deed zich al snel de vraag voor hoe vaak en op welke manier men rapporten zou geven.
Het getuigschrift heeft een grote vrije ruimte waarop de leerkracht over het kind schrijft. Rudolf Steiner hechtte er de grootst mogelijke waarde aan, dat hier een zo individueel mogelijk beeld van het kind zou worden weergegeven. Daarbij moest vermeden worden, dat men negatieve opmerkingen zou plaatsen. De leerkracht zou zich zo liefdevol als mogelijk in het karakter, in de vaardigheden, maar ook in de tekortkomingen en zwakten van de leerling moeten verdiepen en dit zo netjes mogelijk beschrijven.
Het getuigschrift bestaat uit een ouderlijk deel, waarin de leerkracht beschrijft hoe het kind dit jaar zich ontwikkeld heeft. We beschrijven zijn of haar ontwikkeling d.m.v. de kapstok ‘ denken, voelen, willen’.
Wat beschrijven we :
- OMSCHRIJVING van het DENKEN: Het leren van letters, lezen en rekenen. Testresultaten. Wakkerheid en antwoorden geven op vragen. Reactie op gebeurtenissen. etc.
- OMSCHRIJVING van het VOELEN: Tekenen, schilderen en zingen. Kleurgebruik, los kunnen laten van lijntekenen en vormen, vormtekenen. Emoties en het kunnen verbinden met en opgaan in. Het sociaal gedrag.
- OMSCHRIJVING van de WIL: Het bewegingspatroon op plein en in de hartzaal, Doorzettingsvermogen, grove en fijne motoriek, zintuigen (tast-levens-bewegings- en evenwichtszin), verzorging van eigen werk. Spreken en nabootsen, meedoen. Is het kind leidinggevend of volgend, initiatiefrijk of afwachtend. Het temperament en de gezondheid.
Naast het ouderlijk deel bestaat het getuigschrift ook uit een deel voor de leerlingen.
De leerlingen krijgen een tekening en een getuigschriftspreuk cadeau van de leerkracht.
In deze spreuk vatten we samen welke ontwikkelingen we het kind het komende jaar wensen. Deze wens wordt niet besproken met het kind zelf. Door de spreuk op te zeggen zal deze verinnerlijkt worden.
De beelden die je gebruikt worden geïnspireerd door de verhalen die je vertelt in de klas. In klas 1 sprookjes, in klas 2 fabels etc.
Na de zomervakantie zullen de leerlingen hun spreuk elke wekelijks opzeggen. Op de dag dat ze geboren zijn. Ben je geboren op maandag 8 mei, dan zeg je de spreuk elke maandag van de week.