Constituties

2018-05-30-20-10-34.jpg

Bare with me. Dit is een wat langere blog. Lekker veel informatie, dat wel!

Constituties. Wat is dit? Rudolf Steiner heeft voor de heilpedagogiek zes mogelijkheden van disharmonie beschreven die gebaseerd zijn op de drieledigheid van de mens (denken, voelen, willen). Het gaat om zes constitutiebeelden. Ze moeten dus ook gezien worden als beelden.

Met constitutie wordt bedoeld de onderlinge samenhang van de wezensdelen en hoe deze zich bij iemand uitdrukken in lichamelijke en psychische verschijnselen. Hiermee wordt dus duidelijk dat er een samenhang bestaat tussen lichamelijke en gedragingen. Het kan zijn dat er een dusdanige disbalans heerst dat de mens niet in staat is om bepaalde ontwikkelingen goed te doorlopen. De constitutie kan worden bepaald door een combinatie van erfelijkheid en omgeving en door de individualiteit van het kind. De constitutie is vanaf de geboorte aanwezig en ontwikkelt zich gedurende het leven. De mens kan zich door zijn constitutie laten bepalen of leren hiermee om te gaan.

2018-05-30-20-10-34.jpg

Steiner beschrijft drie polariteiten.

  1. zwavelarm / niet kunnen vergeten   – tegenover zwavelrijk / niet herinneren
  2. gestuwd / epileptisch                             – tegenover uitvloeiend / hysterisch
  3. te zwaar / weinig beweging                 – tegenover te licht / overbeweeglijk

Wat is nu het verschil tussen een constitutie en het temperament:

  • De constituties werken in het fysieke en het etherlichaam. Ze zijn vaak een belemmering of een uitdaging in ons leven.
  • De temperamenten werken in het astraal en het etherlichaam. Ze zijn vaak een gevoel of een aanpak van handelen.

Ikzelf heb deels een sanguinisch (20%) , melancholisch( 30%) en cholerisch ( 50 %)  temperament en een zwavelrijke constitutie.

2018-05-30-20-10-34.jpg

De constituties per categorie uitgelegd:

Het zwavelarme kind ( vaak veel ijzer aanwezig in het lichaam)


Het dwangmatige kind

Herkenning

Deze kinderen zijn over het algemeen wat gedrongen, soms tenger, maar vaak stevig gebouwd. Ze hebben meestal donker haar en donkere ogen.

Ze zijn niet soepel en beweeglijk. Vaak met opgetrokken schouders en een beetje zwaarmoedig. Er is weinig mimiek. Ze kijken wakker rond met een opmerkzame serieuze blik. Bij lichamelijk contact houden zij zich stijf. Ze hebben vaak koude handen en voeten.

De dwanggedachten kunnen fixaties worden waardoor er een onvrijheid ontstaat in het denken (obsessief) en handelen (compulsief). Ze hebben de neiging om steeds maar over hetzelfde te praten en vragen te stellen. De driftbuien kunnen eveneens zeer dwingend zijn. Het kind heeft veel houvast aan bepaalde handelingen, structuren, ruimtelijke indelingen en rituelen. Als dit weg is komt er paniek.

We zien dat ijzerrijke constituties vaak erfelijk zijn. Maar daarnaast kan het kind ervaringen hebben opgedaan die leiden tot verharding, bijvoorbeeld door traumatische ervaringen die niet te verteren zijn. Dit gebeurt ook als een kind in de kramp schiet vanwege een te autoritaire houding. Ook het te vroeg aanspreken van intellectuele vermogens kan een verharding bevorderen.

Wat kun je doen om te helpen:

Duidelijkheid en structuur staan op 1. Vanuit de structuur kan er gewerkt worden aan het in beweging brengen. Die structuur houdt in dat het kind weet wat er gaat gebeuren en dat veranderingen goed met het kind voorbereid worden.

Om het kind in beweging te brengen kunnen allerlei dingen gedaan worden, bijvoorbeeld door kleine variaties in het dagelijkse leven aan te brengen. Het aanspreken op zachte toon, bij dwangvoorstellingen een herhaald fluisterend en kalmerend toespreken om het eens van de andere kant te bekijken. Door terloops een opmerking te maken. Humor waar het kind ook om kan lachen, betekent een verademing. Een grapje, op een liefdevolle manier.

Het werkt goed om het kind veel warmte te geven, in de kleding en in de voeding. Er kan gelet worden op ijzerarme en zwavelrijke producten. Het inwrijven met kamilleolie werkt ook heilzaam. Beweging is ook te bewerkstelligen door te schilderen of zingen, of toneelspelen, om eens een andere rol te proberen. De motoriek mag in beweging komen door te dansen, zwemmen of euritmie werkt vaak heel goed.

Het is niet helpend de dwang te verbieden. Dit verhoogt alleen maar de spanning waardoor de angst vervolgens weer toeneemt en andere dwanghandelingen ontstaan. 

2018-05-30-20-10-34.jpg

Het zwavelrijke kind ( vaak veel zwavel in het lichaam aanwezig)


Het vergeetachtige kind

Herkenning

Vaak hebben deze kinderen blond, rossig of rood haar en een bleke gevoelige huid, koele droge handen, ronde kinderlijke fijne vormen in het gezicht en de gestalte en lichtblauwe tot grijsgroene ogen. Ze zijn gevuld maar niet dik. De houding is wat naar voren gebogen, het gezicht soms even levendig, maar vaak apathisch.

Ze bewegen zich sterk wisselend. Soms druk en onrustig, dan weer zitten ze lang stil, voor zich uit starend in een droomwereld, mond open.

De beweging en motoriek is soepel, licht en harmonisch. Er is geen prestatiegerichtheid.

Er zijn regelmatig obstipatie problemen, broekpoepen komt ook voor. De slaap is onrustig en meestal zijn ze vroeg wakker. Het kind blijft lang kinderlijk.

De vergeetachtige kinderen houden van alles wat met water te maken heeft: baden, zwemmen, douchen, met de kraan spelen, met water in de mond rondlopen etc.

Wat kun je doen om te helpen:

Ze raken van alles kwijt en vergeten de tijd. Ze dienen geholpen te worden door ritmische herhaling en de dingen een vaste plek te geven. Bij het aanspreken laat je ze aankijken. Laat ze desnoods herhalen wat je gezegd hebt. Afspraken en regels dienen ook vaak herhaald te worden. Er moet veel gewoontevorming zijn. De gewoontes kunnen op papier worden gezet of op pictogrammen. Het trainen van het herinneringsvermogen kan gedaan worden door bijvoorbeeld ’s avonds terug te kijken op de dag of een speciale herinnering op te roepen. Ook het leren van rijmpjes, versjes en rijtjes kan helpend zijn.

Het accent dient gelegd te worden op het wakker maken. Scherp geurende kruiden en oliën zijn voor een opwekkende werking heel geschikt. Zo werken ook bij muziektherapie de wekkende en fijnere instrumenten met een helder geluid dat zich richt op de voorstelling. Ook werkzaam is het naspelen van een melodie, het nazeggen van gedichten enzovoorts.

2018-05-30-20-10-34.jpg

Het gestuwde kind:

Bij dit kind is door een te dichte incarnatie van het IK en astraallichaam in het fysiek-etherisch lichaam te veel vastigheid en stuwing ontstaan. Hij kan de omgeving en zichzelf niet goed waarnemen, aanvoelen en tot acties overgaan. Hij komt niet goed uit zijn lichaam met zijn IK en astraallichaam, maar wil er wél (gedeeltelijk) uit. Alsof je ergens wordt opgehouden wat gaat irriteren. Je wilt verder maar je kunt niet. Hierdoor ontstaat stuwing. De organen spelen hierin een belangrijke rol. Eén of meerdere organen zijn verhard en ondoorlaatbaar. De oorzaak hiervan kan verschillend zijn. Het kan aangeboren zijn maar het kan ook komen door een ongeluk. Als er een litteken is in bijvoorbeeld de hersenen, dan ontstaat er doorlaatbaarheid. Ook kan ernstige verwaarlozing of traumatisering verharding tot gevolg hebben.

Herkenning

Het kind valt te herkennen door zijn versterkte mate van afgegrensd te zijn van zijn omgeving en zijn onvoldoende bewustzijn van wat daar gebeurt. Het kan dit niet aanvoelen. Hiervoor mist het fingerspitzegefühl. Daardoor botst dit kind met de omgeving en heeft het conflicten met leeftijdsgenoten.  Ze maken een indruk van enige dofheid en zwaarte. De motoriek is over het algemeen wat houterig. In het lichaam zit meestal ergens gebalde spanning. Die spanning is ook in het gesprek merkbaar. Dit kan zich uiten in stotteren en tics.

’s Morgens hebben deze kinderen vaak moeite met wakker worden. Het opstaan, gaat ze slecht af. Het inslapen en loslaten is vaak ook moeilijk.

Ze kunnen nogal wisselend in hun stemmingen zijn en daardoor onvoorspelbaar. Ze kunnen behoorlijk claimen. In de regel hebben ze weinig fijngevoeligheid.

Wat kun je doen om te helpen:

Dit kind moet wakker gemaakt worden in vele opzichten. Er dient goed gekeken te worden wáár het kind niet wakker is. Op dát gebied zal hun bewustzijn verhelderd dienen te worden.

Je moet ze erbij halen, terugroepen en uitleggen. Kietelen, even aanraken of stoeien kan soms veel beter helpen dan praten. Goed gekruid eten leidt ook tot wakkerheid. Natuurlijk roepen deze kinderen irritaties op bij hun opvoeders. Ook hier is het weer de kunst om dit niet te uiten, want het werkt alleen maar averechts. Ze trekken zich dan terug en de spanning loopt op. Het zakelijk benaderen is beter dan het uiten van gevoel omdat dit laatste meer spanning oplevert.

Om hun stuwing te ontladen helpt het veel kinderen om fysiek flink aangesproken te worden (wandelen of tuinieren). Ook is het goed om waarnemingsoefeningen te doen (“ik zie, ik zie wat jij niet ziet…”). Het sociale gevoel train je door situaties uit te leggen.

Als therapie kan gedacht worden aan evenwichtsoefeningen, zwemmen, waarnemingsoefeningen, ademhalingsoefeningen (trompet spelen) om het evenwicht tussen in- en uitademen weer goed te krijgen. Ze kunnen er veel aan hebben om sociale vaardigheden te trainen.

2018-05-30-20-10-34.jpg

Het uitvloeiende


Het te open kind

Bij het te open kind (ook wel de hysterische constitutie genoemd) is het fysiek etherische lichaam te doorlaatbaar. Dit is o.a. te zien aan de dunne huid en het snelle vochtverlies. Het lichaam vormt geen stevige basis voor het gevoelsleven en het bewustzijn. Het kind beleeft het lichaam weinig als van zichzelf en het is zeer sterk gericht op de omgeving. Indrukken die op het kind afkomen zijn zeer bedreigend door de overgrote kwetsbaarheid van het kind.

Herkenning

Bij dit type kind zie je twee groepen wat betreft de gestalte.

  1. De ene groep is fragiel, tenger en slank. Je ziet de aderen en botten (licht en dun) door de huid heen, die dun en bleek is. In hun houding zijn ze ineengedoken, soms met de armen om zich heen.
  2. De andere groep is juist stevig en mollig. Zij zien er blozend en gezond uit. Ze zijn niet zo kwetsbaar en hebben zelfs de neiging om op de voorgrond te staan. Hun bewegingen zijn juist niet voorzichtig, eerder wat grof. Ze zijn motorische onhandig.

Wat ze beide gemeen hebben is dat ze uiterst helder kunnen waarnemen en helder verstand hebben. Omdat ze hier nog niet zo veel mee kunnen, zoeken ze een houvast in een of enkele thema’s waarover ze dan alles weten. Ze raken echter teleurgesteld door de onmogelijkheden die er zijn om hun ideeën in de praktijk te brengen.

Ze hebben een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Ze kunnen wijs overkomen maar al snel merk je dat dit niet van henzelf is maar dat het is aangevoeld. Soms spelen ze graag op het toneel en hebben ze iets theatraal in hun optreden.

Wat kun je doen om te helpen:

Deze kinderen hebben als het ware een extra huidje nodig. Wordt de veiligheid en zekerheid onverwachts doorbroken, dan kan het tot een hysterische uitbarsting komen.  De volwassene dient niet mee te gaan in heftige emoties maar ze te beheersen.

Voorspelbaarheid is van belang. Niet meegaan in hun negativisme maar blijven aanmoedigen, door ze op weg te helpen.

Die omhulling kan ook door kleding gegeven worden of de inrichting van de slaapkamer. Wol en zijde werken hier goed bij. Het kind zal snel wakker zijn en daarom is het goed om het aan te leren in bed te blijven en rust te houden.

2018-05-30-20-10-34.jpg

Het trage kind

Herkenning

Typerend voor deze kinderen is het langzaam lopen. De voeten worden nauwelijks opgetild en het lichaam leunt wat voorover. Meestal zijn ze gezet. De motoriek is achter. Ze houden niet van sport. De ontwikkeling is qua spraak en motoriek traag.

Ze zijn gevoelig voor allerlei stofwisselingsziektes, zoals buikpijn. Ze slapen graag en lang. Ze hebben ook een achterstand in het begrijpen en in het verwoorden van gedachtes en gevoelens. Wel kunnen ze heel zorgzaam zijn vanuit zichzelf.

Ze kunnen opgewekt zijn maar ook somber overkomen. Dat laatste kan erger worden als ze lang verkeerd begrepen en overvraagd worden. Ze houden van iets lekkers.

Wat kun je doen om te helpen:

Ze hebben baat bij veel beweging. Dit dient met veel geduld gedaan te worden. Het verzet en de koppigheid wat ze vaak laten zien, dient met kennis over de achterliggende problematiek begrepen te worden. Het kind wíl wel, maar door onvermogen, traagheid en het niet-begrepen worden, lukt het vaak niet. Wandelen, spelletjes, bouwen enzovoorts is goed voor ze. Die bewegelijkheid aanbrengen in de dag is net zo belangrijk.

Breng de beweging erin met humor. Laat de dag niet te abrupt beginnen, maar als ze opgestaan zijn, is met koud water wassen beter.

’s Avonds kan het goed zijn om een gebeurtenis van die dag terug te halen om het herinneringsvermogen te stimuleren.

2018-05-30-20-10-34.jpg

Het overbeweeglijke kind

Als baby al is het te wakker, luistert en kijkt intens en reageert sterk met impulsieve bewegingen. Het kan nauwelijks nagenieten van het eten. Het kind voelt zich vaak niet echt behaaglijk in zijn lijf. Er komen van hieruit prikkels en alle prikkels van buitenaf erbij maakt dat het kind erg onrustig is.

Herkenning

Deze kinderen zijn meestal tenger en sterk gespierd. Ze lijken voortdurend onder spanning te staan. Iets beweegt hen zonder dat ze daar zelf helemaal bij zijn. Ze lopen meestal op de tenen. Stil zitten is er niet bij. Als ze iets in hun handen hebben kan het zomaar ‘per ongeluk’ kapot zijn, zonder dat ze het gemerkt hebben. Ze zijn er met hun gedachten niet bij. De motoriek is niet echt sterk, eerder zwak, als gevolg van gespannenheid, gedrevenheid en zwakke controle. Voor de tv en de computer zitten ze wel doodstil. Ze zitten er helemaal ín en kunnen zich er nauwelijks van los maken. Daarna is de onrust des te groter.

Ze hebben weinig binding met hun lichaam, voelen geen pijn of koude. Ze zien er vaak onverzorgd uit. Ze slapen weinig. Er zijn vaak concentratieproblemen omdat ze zo sterk reageren op alle prikkels.

Wat kun je doen om te helpen

Het belangrijkste bij deze kinderen is als eerste het tot rust brengen van de beweging. Daarna pas de grenzen en duidelijkheid. De houding van de opvoeders moet daarbij uiterst consequent en liefdevol zijn.

Van belang is verder het creëren van een prikkelarme omgeving door een rustige inrichting van de (slaap)kamer. Inbakeren als baby werkt heilzaam.

Aan de andere kant zijn het hele actieve kinderen en is het belangrijk om met ze in de actie te zijn. Kunnen ze ergens bij helpen en vertellen over wat ze die dag hebben beleefd (wat ook het herinneringsvermogen traint). Bij kleine overtredingen is het belangrijk stil te staan bij oorzaak-gevolg.

2018-05-30-20-10-34.jpg

Samengevat uit:

Uit het boek ́Psychiatrie, disbalans in de samenhang van de wezendelen ́ door E. Beemster

Laat een reactie achter!

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Deze website gebruikt cookies om optimale ervaring te bieden. Mocht je daar een bezwaar tegen hebben klik dan op lees meer. Lees meer.

The cookie settings on this website are set to "allow cookies" to give you the best browsing experience possible. If you continue to use this website without changing your cookie settings or you click "Accept" below then you are consenting to this.

Close